enbakkerij.De nationale planten van Egypte waren de lotus en de papyrus. Andere planten, die in de tuinen voorkwamen, zijn de chrysant, de kamille, de korenbloem, de papaver, de Italiaanse aronskelk, de drakenwortel en een irissoort. Planten konden goed groeien op de vruchtbare oever van de Nijl. Er werden halskettingen van aardewerk (faience) gemaakt, waarbij de afzonderlijke delen de vorm hadden van bloemen, bladeren of fruit en kettingen van vers plantenmateriaal. De bevestigingsdraden werden gemaakt van papyrus of palmbladeren. Hier werden de bladeren van de laurier, de olijf, de granaatappel, de wilde selderij en de Egyptische wilg aan gehangen, samen met bloemkelken, rode bessen van de winterkers en blauwe schijven aardewerk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten